12 september 2018

Stadsantropologe in het Luchtpark: ”Ik heb altijd visite”

In een park, bovenop het dak van een oud stationnetje, staat een klein rood pipo-wagentje. En in dit rode wagentje, met gordijnen en een bed, woont een boswachter. Het had zomaar de inleiding kunnen zijn van een fantasierijk kinderboek van Annie M.G. Schmidt. Alleen is dit verhaal geen fantasie. Dit is echt. Het is het verhaal van stadsantropologe Renée Rooijmans.

Sinds 1 juni is het Luchtpark dagelijks geopend. Het is nu al een geliefde plek voor veel mensen. Buurtbewoners komen zonnen en picknicken, scholieren komen lunchen. Groepen mensen komen sporten, volwassen mannen spelen tikkertje en verliefde stelletjes zoenen elkaar in de tuin. ”Er zijn altijd mensen in het Luchtpark, waardoor het voelt alsof ik altijd visite heb,” vertelt Renée. ”Ik ben stadsantropologe, sinds de opening woon ik in het Luchtpark en bekijk hoe mensen het Luchtpark gebruiken. Het is heel boeiend om te zien hoe mensen een nieuw stukje stad in gebruik nemen. Daarnaast houd ik de boel hier in de gaten. Ik word door verschillende mensen al de boswachter genoemd.”

Minimalistisch
”Wonen in een tiny house, dwingt tot minimalisme. Uiteindelijk blijkt dat ik eigenlijk maar heel weinig nodig heb. Een paar kledingstukken, het hoognodige keukengerei en mijn favoriete boeken. De rest is ballast. Ik word ook heel inventief. Toen het hoogzomer was, liet iemand een opblaasbadje staan. Na sluiting van het Luchtpark heb ik heerlijk gebadderd in bikini,” vertelt Renée lachend.

Wonen op een dak
Renée is al een stukje zelfvoorzienend. Ze eet groente en fruit uit de moestuin en maakt gebruik van een composttoilet. ”Veel daken liggen niks te doen. Met het vergroenen en bewoonbaar maken van daken, ontstaan nieuwe ecosystemen en nieuwe woonvormen. Het zou misschien zelfs de woningnood in de stad een beetje kunnen oplossen. Daken bieden dan ruimte en mogelijkheden voor tijdelijke en mobiele vormen van wonen.”

Renée woont tot januari 2019 in het Luchtpark. Als ik vraag waar ze hierna gaat wonen, antwoordt ze lachend; ”Dan zoek ik het hogerop!”